fbpx

Liberalisering van de energiemarkt

We vinden het tegenwoordig heel normaal dat we zelf onze energieleverancier kunnen kiezen. Dat we regelmatig kunnen overstappen en zelf kunnen kiezen welke stroom en gas we willen. Groene stroom? Stroom opgewekt in eigen land? Het goedkoopste? Zeg het maar!

En de keuze is groot met ruim 50 leveranciers met elk diverse aanbiedingen!

Dat is niet altijd zo geweest. Voor de privatisering van de energiemarkt waren er een klein aantal grote energiebedrijven die elk in hun eigen gebied verantwoordelijk waren voor de energievoorziening. De kabels en leidingen werden door deze energiebedrijven aangelegd en onderhouden. De energie werd ingekocht en-/of geproduceerd door diezelfde bedrijven. Je had als consument geen keuze, je werd verplicht klant van het energiebedrijf dat de energie levering in jou gebied verzorgde. Het enige alternatief was door het leven te gaan zonder elektriciteit en gas.

Er was geen enkele concurrentie, de leverancier had een monopolie op het leveren van energie.


Vrije keuze voor energieleverancier

Om dit monopolie te doorbreken en concurrentie te stimuleren werd besloten de energiemarkt te liberaliseren. In 2001 werd begonnen met het liberaliseren van de markt voor grootverbruikers. Per 1 juli 2001 werd ook  de energiemarkt vrijgegeven voor kleinverbruik consumenten. Eerst alleen voor groene stroom en per 1 juli 2004 volledig.

Met de liberalisering werden de grote energiebedrijven verplicht opgedeeld in een leveranciers- en een netbeheer bedrijf. In de meeste gevallen hadden de leveranciers ook eigen elektriciteitsproductie wat ook bij de netbeheerder werd ondergebracht. Je bent nog steeds verplicht klant bij het netbeheer bedrijf dat de infrastructuur in jouw gebied regelt. Het is nu eenmaal niet mogelijk dat meerdere netbeheerders hun eigen kabels en leidingen in hetzelfde gebied neerleggen. Maar voor de levering van energie kun je nu in elk geval vrij de leverancier van jouw keuze nemen.

Behalve de al bestaande energiebedrijven grepen ook vele nieuwe energiebedrijven de mogelijkheid aan om zich op de energie markt te richten. Een groot aantal nieuwkomers ging concurreren met de bestaande energiebedrijven. Een bekend voorbeeld uit deze begin tijd is Oxxio dat in 2000 werd opgericht als Energiebedrijf.com. Energiebedrijf.com richtte zich in eerste instantie op het openbreken van de energiemarkt voor de grotere (> 100MWh per jaar) zakelijke gebruikers. In 2001 werd dit (met groot succes) uitgebreid naar de consumentenmarkt.

Het aantal energieleveranciers is sinds de liberalisering sterk gegroeid van ca. 9 naar 59 in 2018. Vooral de laatste jaren is de groei van het aantal nieuwe leveranciers sterk toe genomen. Met name door in te springen op de groeiende milieu bewustheid zagen deze bedrijven mogelijkheden om snel marktaandeel van de bestaande leveranciers af te snoepen. Leveranciers die alleen groene stroom aanbieden of je de mogelijkheid geven aan zelf te kiezen bij welke lokale producent je elektriciteit wilt afnemen.

Er is nu een gezonde concurrentie waarbij voor consumenten grote voordelen te behalen zijn.

Kritiek

Na de liberalisering van de Nederlandse energiemarkt is er veel kritiek geweest op het besluit om de markt te liberaliseren. Deze kritiek had meestal betrekking op de slechte administratieve systemen van de nieuwe (maar ook van de oude) leveranciers. Ook de agressieve klantenwerving en het uitblijven van de verwachte daling van de energieprijzen waren punten van kritiek.

De energie rekening is nu voor de gemiddelde consument aanzienlijk hoger dan in de tijd voor de liberalisering. Deze prijsstijging is echter voornamelijk veroorzaakt door hogere (milieu) heffingen van de overheid en de stijgende prijzen van gas, olie en andere fossiele brandstoffen. De marges op energie verbruik zijn door de concurrentie juist sterk afgenomen.

Er wordt vaak gewezen op de hoge salarissen van topmensen binnen de grote energiebedrijven als oorzaak van de hogere energie rekening. Maar juist door de liberalisering waarbij kleine efficiënte bedrijven gaan concurreren wordt iedereen gedwongen efficiënter te werken. De tijd dat de klanten vanzelf kwamen en voor altijd bleven is geweest. Er moeten nu echt goede tarieven worden geboden en service worden verleend om nieuwe klanten binnen te halen en ook vast te houden.

Sinds de privatisering is er qua administratieve en communicatie systemen veel veranderd. De sector is gecentraliseerd en volledig geautomatiseerd. De energie sector is nu 1 van de meest efficiënte sectoren.

Problemen

Op het moment van de liberalisering ontbrak het aan duidelijke regels en procedures. Ook het toezicht op de markt door de overheid liet te wensen over. Die eerste periode heeft de energiemarkt het “cowboy” imago gegeven waar ze nog steeds maar lastig vanaf komt. Er was veel aan te merken op de open markt; Overstappen ging moeizaam, klanten werden dubbel of helemaal niet meer gefactureerd, jaarafrekening werden te laat opgemaakt of bleven helemaal uit, de klantenwerving was soms ronduit misleidend.

Deze problemen beperkten zich zeker niet alleen tot de nieuwkomers. Ook de oude leveranciers waren matig voorbereid op hun nieuwe rol in een concurrerende markt. Deze oude leveranciers maakten soms misbruik van hun relatie met de netbeheerder om het overstappen van klanten naar een andere leverancier te frustreren. De netbeheerder en leverancier waren immers voorheen één bedrijf dat met de liberalisering alleen formeel van elkaar gescheiden werd. Soms werkten de medewerkers nog in hetzelfde kantoor waardoor er geen sprake was van een echte scheiding.

Gesteld kan worden dat de impact van de liberalisering sterk is onderschat door zowel de overheid als door de bestaande en nieuwe partijen. Sindsdien is er veel veranderd zo is het overstappen naar een andere leverancier vereenvoudigd. Ook is er beter toezicht gekomen van o.a. de belastingdienst, de ACM en zeker niet in de laatste plaats van consumenten organisaties.

Het proces van overstappen is nu zo gestroomlijnd dat het min of meer een eenvoudige administratieve handeling is geworden waarbij vrijwel niets meer fout gaat.

Netbeheerders en de liberalisering

Bij de traditionele energiebedrijven (waarbij van origine netbeheer en levering gecombineerd waren) werd een stabiel deel van de winst behaald uit netbeheer. Het zou dan ook verleidelijk kunnen zijn om te concurreren met andere leveranciers op prijs waarbij het prijsverschil wordt gecompenseerd met winsten uit het netbedrijf. Ook hebben de netbeheerders een schat van informatie over alle aansluitingen in hun gebied. Deze informatie zou de aan de netbeheerder verbonden leverancier in een voordeel positie kunnen stellen.

Om oneerlijke concurrentie door de traditionele energiebedrijven te voorkomen is besloten dat het leveringsbedrijf en het netbeheer bedrijf formeel gescheiden moeten opereren. De traditionele energiebedrijven waren hier niet blij mee. Zij voerden aan dat de concurrentiepositie in een open Europese markt zou verslechteren. Dat punt bleek achteraf na de splitsing gegrond. Een direct gevolg van de splitsing is de overname van energieleverings bedrijven door grote buitenlandse spelers. Voorbeelden hiervan zijn Nuon dat is overgenomen door het Zweedse Vattenfall, Rendo en Cogas die zijn overgenomen door Electrabel en Essent dat is overgenomen door het Duitse RWE.

Netbeheerders beheren de elektriciteits- en/of gas infrastructuur in een bepaald gebied en vallen buiten de liberalisering van de markt. Ze hoeven dan ook niet te concurreren. Om te voorkomen dat misbruik van deze monopolie situatie gemaakt wordt zijn de tarieven van netbeheerders gemaximeerd. De tarieven die netbeheerders maximaal mogen berekenen worden namens de overheid vastgesteld door de Energiekamer die onderdeel is van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).